70-515: verschil tussen versies

Uit Wiki Durk 'o' Theek
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 5: Regel 5:
  
 
Rol van de webserver:
 
Rol van de webserver:
 +
 
- controleer of de aanvraag legitiem is, hierop reageren (bv. request negeren)
 
- controleer of de aanvraag legitiem is, hierop reageren (bv. request negeren)
 +
 
- zichzelf authenticeren, als verkeer via HTTPS gaat, encrypt de server het teruggaande verkeer
 
- zichzelf authenticeren, als verkeer via HTTPS gaat, encrypt de server het teruggaande verkeer
 +
 
- de gebruiker authenticeren, indien authenticatie ingesteld is, stuurt de server je naar het formulier of controleert je gegevens
 
- de gebruiker authenticeren, indien authenticatie ingesteld is, stuurt de server je naar het formulier of controleert je gegevens
 +
 
- de gebruiker autoriseren, controle of de gebruiker bij de opgevraagde data mag komen
 
- de gebruiker autoriseren, controle of de gebruiker bij de opgevraagde data mag komen
 +
 
- bepalen hoe een request afgehandeld moet worden (.aspx via .NET laten lopen, .doc meteen ter download)
 
- bepalen hoe een request afgehandeld moet worden (.aspx via .NET laten lopen, .doc meteen ter download)
 +
 
- fouten afhandeling, foutinformatie naar de browser sturen
 
- fouten afhandeling, foutinformatie naar de browser sturen
 +
 
- output cachen, onder andere in de header terugsturen naar de browser wanneer de content verloopt (expired)
 
- output cachen, onder andere in de header terugsturen naar de browser wanneer de content verloopt (expired)
 +
 
- output compressen, bv. gzippen
 
- output compressen, bv. gzippen
 +
 
- log toegang, requests worden weggeschreven naar een logbestand voor evt. latere controle
 
- log toegang, requests worden weggeschreven naar een logbestand voor evt. latere controle

Versie van 22 jul 2014 om 23:05

MCTS Self-Paced Training Kit (Exam 70-515): Web Applications Development with Microsoft .NET Framework 4


Hoofdstuk 1, introductie ASP.NET 4

Rol van de webserver:

- controleer of de aanvraag legitiem is, hierop reageren (bv. request negeren)

- zichzelf authenticeren, als verkeer via HTTPS gaat, encrypt de server het teruggaande verkeer

- de gebruiker authenticeren, indien authenticatie ingesteld is, stuurt de server je naar het formulier of controleert je gegevens

- de gebruiker autoriseren, controle of de gebruiker bij de opgevraagde data mag komen

- bepalen hoe een request afgehandeld moet worden (.aspx via .NET laten lopen, .doc meteen ter download)

- fouten afhandeling, foutinformatie naar de browser sturen

- output cachen, onder andere in de header terugsturen naar de browser wanneer de content verloopt (expired)

- output compressen, bv. gzippen

- log toegang, requests worden weggeschreven naar een logbestand voor evt. latere controle